Gedichten
kom slaap
help me
al heb jij
de wijsheid
niet in pacht
ik mijmer
over planeten, manen
hemellichamen
ondenkbaar ver weg
mijn melkboer
is aan de overkant
Het was een ontmoeting
zonder uitwisseling
misschien lieten de mondhoeken iets los
spreken zou de betovering doorbreken
de belofte moest geheim blijven
wat er restte
een vreemde verlaten
zonder afscheid
voor altijd.
Herinnering
Het was in Venetië
in de winter
van negentienhonderd achtenvijftig
de klank van de voetstappen
op de klinkers
overstemde het geluid van de stilte
het was als het doorstrepen
van noemer en deler
bij de breuken op school
stilte maal geluid is nul.
De lente tooit zich in het kostuum
dat bij de gelegenheid past
en gedraagt zich ernaar
ook ik wil mij eraan conformeren
in de klerenkast is het zoeken geblazen
het is er een chaos van belang
't enige dat zich opdringerig aanbiedt
is het pak
dat ik bij de begrafenis droeg.
Al dat gebladerte aan de boom
vormt een kroon
hangend in de lucht
van zwaartekracht ontheven
onder het geweld
van geritsel en geruis
wordt gegeneerd gezwegen
door takken en twijgen
de stille kracht
achter dat ijdel gedoe
en wat dacht je van de stam
altijd in de schaduw.
Na de wachtkamer
van de slaap
verrijst een nieuwe dag
zal die hetzelfde zijn
als gisteren
en de dagen ervoor
dan is alleen de datum
een stapje verder?
onveranderd
blijft het verleden
kronkelen
door het heden
als een rivier
tussen de waterstuwen door.
Ik vind moeizaam het pad
dat wellicht voert
naar een rechte weg
maar plotseling lost het op
in het niets
moet er worden omgekeerd
om het zo-even ontdekte
op zijn kop gezien
over te doen -
dat wordt verdwalen
in de verte verschijnt een hert
het dier staat even roerloos stil
steekt de neus in de lucht
en laat met grote sprongen
mij over aan mijn lot.
De vriendin
Zij komt binnen
een boeket bloemen
dat geen vaas behoeft
en niet zal verwelken
in de tijd
die mij nog rest.
Weer kondigt de dood zich aan
in mijn omgeving
hij kent er de weg
zijn naam wordt niet genoemd
alleen zijn schuilnamen
en die van de genomineerden
beleefd blijven, niets laten merken
dat verwacht hij
per slot van rekening is hij gast
hij stelt zelfs gerust
kan er ook niets aan doen
wordt ook maar gestuurd
de aangewezenen
moeten het toneel verlaten
heeft de jury beslist
het genoegen was geheel aan zijn kant
hij belooft plechtig
terug te keren.
2 maart 2003
dat hoort niet bij ons
dat zeggen wij niet:
'Mijn vrouw is gestorven'.
Dat hoort niet bij ons
dat kunnen wij niet
dat doen hoogstens anderen.
Wij zeggen alleen, als het moet:
'Wij zijn samen gestorven'.
4 februari 2004
Haar kaptafel troont nog
als in de jaren
die zo wonderlijk
vanzelfsprekend waren.
ik weet het
materie heeft geen ziel.
stijlvolle doosjes voor juwelen
spiegels, hangers en bellen
kunstige flesjes met geuren
die een heel leven vertellen
ik weet het
ze hebben geen ziel.
maar als ik ze zie al die dingen
uit haar bewogen bestaan
waaraan de zin is ontnomen
heb ik die tafel zo lief
10 maart 2004
Menselijk onvermogen
zich de kosmos te denken.
het godsbegrip hierbij
is een peulenschil.
de dood van de geliefde komt in de buurt.
20 december 2004
Het huis, thuis
is de huid
waarin ik woon.
onafscheidelijk
zijn we verbonden.
als het afbrandt
ben ik derdegraads
verwond.